Wijzigingswet Wet op het primair onderwijs en Wet medezeggenschap onderwijs 1992 (buitenschoolse opvang)
Wet van 20 november 2006 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met buitenschoolse opvang
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 aan te passen teneinde het bevoegd gezag desgevraagd te laten zorg dragen voor de aansluiting tussen onderwijs en kinderopvang;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]
Artikel II
[Wijzigt de Wet medezeggenschap onderwijs 1992.]
Artikel IIa
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zendt twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na twee jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Artikel III
[Wijzigt deze wet.]
Artikel IV
[Wijzigt de Wet medezeggenschap op scholen.]
Artikel V
De artikelen van deze wet zijn voor het eerst van toepassing op het schooljaar 2007-2008.
Artikel VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en kan terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te ?s-Gravenhage, 20 november 2006
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ,M. J. A. van der Hoeven
Uitgegeven de vijfde december 2006
De Minister van Justitie ,
e
M. H. Hirsch Ballin